dinsdag 18 november 2008

[varia] Beschuit met muisjes

Wakker worden!” Ik schrok wakker. Ik keek verwonderd naar de baby die boven mij hing. “Je moet naar je werk” vervolgde hij en naast dat ik me verwonderde over de woorden die hij sprak, verwonderde ik me ook over de correctheid waarmee de woorden naar buiten kwamen. Hij sjorde wat aan mijn arm en met gezonde tegenzin ging ik op de rand van mijn bed zitten. “Wie ben je?” vroeg ik, maar ik kreeg geen antwoord. Sterker nog, er was geen baby meer te zien, laat staan eentje die kon praten. Alleen een leeg bed die Els eerder had achtergelaten, geen baby, niks.

!!KRAK!! deed de schedel van de muis waarmee Dikke aan het spelen was en besloot erop te gaan kauwen. Toen ik eerder thuis kwam, zaten mijn katten als gehersenspoeld met hun koppen richting de boekenkasten. Er moest wel wat zitten, want normaal deden ze dat niet. Naar later bleek, was het een muis. Een dappere muis, die het opnam tegen twee meedogenloze volwassen katers. Ik wachtte op Els en samen schoven we twee kasten opzij. Er gebeurde in eerste instantie niet zoveel, maar op een moment had Dikke de muis uit zijn schuilplaats weten te porren. Dikke raapte hem op en besloot te spelen met zijn veroverde prooi. Ik zag aan de muis dat hij eerder al een keer te grazen is genomen door één van de twee, want hij was niet vooruit te branden. En Els is bang voor muizen. Wat mij dan weer erg tegenvalt. Nu ligt er een verse halve muizenkadaver in mijn tuin. Dikke hoefde er niet eens een beschuitje bij.

Beschuit met muisjes was mijn deel vrijdag. Els en ik waren naar het Elisabeth ziekenhuis (nu Rijnland) om Kim en Yanto te feliciteren met hun nieuwbakken zoon. Romijn Beer is zijn naam, een bijzondere naam. Ik ken er in ieder geval maar weinig, eigenlijk geen één. Het ventje had een guitig koppie en had nu al de neus van zijn vader. Romijn lag in een stuitligging in de buik van Kim en daardoor leek hij erg groot. Uiteindelijk was het een broekie van 3500 gram. Ons eerste cadeau aan hem: een berenpak inclusief oortjes en staartje van de H&M, om buiten lekker warm te blijven.

Held. Ik zou wel een superheld willen zijn. Een held die de wereld meerdere malen red van haar ondergang. De ene keer een schurk die de wereld wil veroveren en dan weer een insect van buitenaardse makelij die onze complete wereld uit ons zonnestelsel wil kegelen. Superman en de Hulk door elkaar, maar dan zonder het pak en die groene uitslag. Sterk, maar niet lomp. Maar in het werkelijke leven durf ik niets en is er in geen velde of wegen een held in mij te bekennen, zelfs niet op sokken. Dat is jammer. Ik denk dat ik maar aan kinderen ga proberen te beginnen, dan ben ik voor hen in ieder geval de held. Tot ze 14 zijn…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten