maandag 19 oktober 2009

[hardlopen] The day after = vandaag | Amsterdam Marathon | Halve marathon

VANDAAG De dag na wat? De dag na de halve marathon van Amsterdam, die ik ook gehold heb. Vandaag dus. Vandaag voel ik bijna niet meer wat voor inspanning mijn lichaam heeft moeten leveren. Vandaag heb ik ook eerlijk gezegd geen spierpijn. Vandaag heb ik ook lekker vrij om even fijn uit te rusten.

GISTER Gister daarentegen was anders. Op tijd naar Amsterdam om de startnummers (schoonpa en ik) op te halen. De dames (schoonma en El) waren ook gezellig mee om ons te supporteren. Het was nog lekker rustig in de sporthal, dus hadden we onze nummers snel en konden we nog goedkope hardloopkleding bekijken. Niets gekocht, want niets nodig.

Daarna was het wachten op de start: nog even terug naar de auto om de definitieve kledingkeuze te bepalen (het was redelijk warm nog, zo in het zonnetje) en weer op weg naar het startvak, vlakbij het Olympisch Stadion. Tussendoor 1000x piesen, zenuwen? Ik zou niet weten waarvoor. PR misschien?

Ik vertrok uit het voorste startvak, niet dat ik onder de 1 uur 40 kan lopen, maar laat men mij maar een keer inhalen en in plaats van andersom. Ik was dus snel op weg en deed gewoon lekker mijn ding. Ik had een schema van 4,55 per kilometer, maar al snel merkte ik dat ik dat niet kon handhaven, ik liep te snel. Na de eerste kilometer wierp ik mijn eerste 'godsamme' al over de weg voor me, 4,30. Te snel, veel te snel.

De eerste 5 kilometer vlogen om: 23,46. Ik liep lekker en kon dit nog wel kilometers volhouden, alleen hoeveel precies wist ik nog niet. Na 9 kilometer voelde ik iets branden onder mijn voet. Kut was mijn tweede niet-nette woord tijdens de loop.

Mijn 10 kilometertijd was goed: 47,36. Ondanks het brandende gevoel van een beginnende blaar onder mijn voet, bleef ik wel een mooi tempo lopen. Natuurlijk wel wat verval, maar dat was nog binnen het toelaatbare: 4 seconden.

Bij kilometer 15 was mijn verval met 32 seconden gegroeid: 1.11,58, maar ik liep nog steeds een end voor op mijn eigen schema. Maar net na het 15 kilometer punt zit een berg van buitencatagorie, althans, zo voelde het. Eerst moet je onder een viaduct door en vervolgens wordt de weg je op loopt een viaduct, met het nodige hoogteverschil...pfff. Wat een ellende. En mijn voet brandde. Voldoende scheldwoorden kwamen in mij op, maar uitspreken lukte me niet zo goed. Net voorbij het Rijksmuseum stonden mijn pa en Henny mij vooruit te roepen, schreeuwen durven ze niet denk , maar de support was allermeest welkom.

Richting 20 kilometer ga je door het mooie Vondelpark. Althans, het Vondelpark is mooi op een zomerse dag als je er lekker gaat picknicken en mensen kijken, dan is het mooi. Als je er doorheen moet rennen is het een valsplatte ellendige heks. En, oh mijn god, volgens mij was het vel van mijn voet aan het losraken inmiddels. De 20 kilometer bereikte ik na 1.37,11, een PR. Nooit was ik sneller, ook niet als de finish op de 20 kilometer gekalkt was.

Nu was het zaak te blijven lopen, snelheid deed er niet zo meer toe, want ik had nog 7 minuten om mijn PR te verbreken. Dus blijven lopen. Blijven lopen. Lopen. Bocht naar rechts. Stadion. Kippenvel, zoals ieder jaar. Ik liep de baan op en hoorde mijn naam gescandeerd door 2 mensen, omkijken lukte niet meer. 'Kom op LEEJOONNN!!!' Nog één bocht, wat is dat nou? 200 metertjes! Ik zette een machtige sprint in, al denk ik niet dat dát met het blote oog zichtbaar was. Mijn blaar voelde ik niet meer, sterker nog, ik had geen gevoel meer. De tijd tikte weg. Op mijn horloge zag ik 1.42,46. Kom op Lé! Onder het finishdoek zette ik mijn horloge stil op 1.42,59. PR!

VANDAAG Mijn medaille is binnen, en mijn officiële tijd ook: 1,43.00. Verdomme! Nog steeds 1 minuut 17 van mijn vorige PR afgehaald, maar een 42'er staat wel mooier. Echt euforisch, zoals na mijn 10 kilometer PR eind vorig jaar, ben ik nog steeds niet en ben bang dat het ook niet meer komt. Wel zie ik dat mijn trainingsinspanningen van afgelopen weken zijn vruchten heeft afgeworpen: een nieuw PR op een afstand die er serieus toe doet. Op naar Terschelling over 3 weken, waarvan ik nu al weet dat ik mijn horloge ga vergeten.

TIJDEN
Arie | 1.39,03
Lé   | 1.43,00

donderdag 15 oktober 2009

[varia] Aan de andere zijde

Introductie 'Waar kom je uit als je recht naar beneden zou graven?' vroeg de juf. 'In China' antwoordde Jochem. 'Maar juf, dat kan helemaal niet!' riep Claudia van achter uit de klas. 'Wat bedoel je daarmee, Claudia?' 'Nou, dat is veel te ver graven, zolang leef je niet eens,' was haar korte, maar duidelijke uitleg. 'Waar moet je al dat zand laten?' vroeg Sven. 'Ik heb ergens gelezen dat de aarde bestaat uit een gloeiend hete gesmolten kern. Dat kan je niet overleven.' merkte de stille, maar wijze Heleen op.

'Okee, maar stel dat al deze problemen er niet zijn en je t...' 'Maar' onderbrak Heleen haar onderwijzeres ' dan wordt het wel een ongeloofwaardige vraagstelling, juf.' 'Ja, maar jij bent dan ook al 36, wordt het niet een tijd voor een baan?' 'Hmm'

These Okee genoeg geluld: stel je eens voor dat je ondanks alle ongemakken (hete, gesmolten kern, tijd, ruimte en gebrek aan geschikt materiaal, en hoe wil je in godsnaam in een rechte lijn blijven graven over een afstand van 12.000 kilometer??) toch naar de andere kant van de wereld kon graven. Die plek wordt 'Antipode' genoemd.

Ten eerste zou je dan op het Zuidelijk halfrond terecht komen. Vroeger dacht men dat daar de benen uit het hoofd zouden groeien, vandaar het Griekse woord Antipode, tegenvoeter. Dat was ongeveer in dezelfde periode als de gedachte dat de aarde plat zou zijn.

Ten tweede zou je bij de laatste schep bloot gesteld worden aan een ontstellende hoeveelheid zeewater, vanuit Nederland graaf je namelijk richting de Stille Oceaan, die op dat moment zijn naam direct ontkracht.
Nog sterker: op de meeste plekken op het land waar je zou beginnen met graven, kom je terecht in één van de grote zeeën, het aardoppervlak bestaat namelijk voor 70 procent uit water.

Maar gelukkig hoeven wij niet ver te reizen om bij het Antipodewalhalla bij uitstek te komen: als je namelijk in Cherbourg begint, kom je uit op het eiland Antipodes Island. Echt, hoe verzin je het? En wie heeft het verzonnen?

En zo zijn er nog een paar opvallendheden. Zo kom je vanuit Bogotá (Colombia) uit in Jakarta (Indonesië), daar schiet je niet zo veel mee op, maar nog meer bijzonder is een plek in noord Siberië. Want hoe teleurgesteld zou je dan zijn als je er achter komt dat je in Antarctica terecht bent gekomen. Brrr.

En waar moeten ze dan wél gelijk beginnen met graven? Timboektoe. Als je daar in de woestijn begint, kom je uit in tropische oord van Fiji. Of wat dacht je van een plek in Botswana? Daar kan je vast je Hawaï-hemd in je knapzak doen. Nice!

Bron National Geographic juni 2009 (ja ik loop, nee, lees achter).